Algemene Beschouwing 2009
Algemene Beschouwing 2009
Het is vandaag precies 20 jaar geleden dat de Muur viel en dat twee opponenten die elkaar bestreden op leven en dood weer met elkaar moesten zien te overleven. Met heel veel vallen en opstaan is dat gelukt. Het samenleven is niet ideaal maar ze proberen er wat van te maken. Ze moeten wel, in het belang van hun bevolking. De reden waarom ik met de val van de Muur begin is dat, ook al is er een groot verschil in schaalgrootte en in omvang van de problemen tussen Duitsland en Tilburg, er toch een parallel is te trekken. Die parallel is dat er jarenlang een grote muur heeft gestaan, tussen oppositie en coalitie zowel als tussen diverse politieke partijen onderling. Die muur is een façade geweest voor verkeerde dingen en een blokkade voor goeie dingen. De laatste maanden is die muur, die façade omgevallen en zijn problemen zichtbaar geworden, benoemd. Zowat iedereen heeft erkend dat die problemen er zijn en dat we er gezamenlijk aan moeten werken. We zijn er nog niet, want we zijn nog maar net aan het zoeken van oplossingen, maar een gezamenlijk begin is gemaakt. En dat is nodig en goed, want er zijn nogal wat problemen.
Het grootste is wel het gevolg van de wereldwijde economische crisis, en dat gevolg is dat er de komende jaren een groot tekort op de begroting zal zijn. De begroting voor 2010 die nu voorligt is nog relatief pijnloos in vergelijking met wat er de komende vier jaar moet gebeuren. Een toenemend aantal werkelozen dat een beroep doet op de bijstand, een fors lagere uitkering uit het Gemeentefonds, Den Haag dat niet alleen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening en andere dure en complexe zaken als inburgering op het bordje van de gemeente legt zonder daar genoeg middelen voor bij te leveren, (om maar niks te zeggen over enkele dure lijken uit de kast van jaren terug): Het draagt allemaal bij tot de noodzaak van ingrijpende keuzes die de komende jaren moeten worden gemaakt. Om dat te kunnen doen, en om Tilburg toch te geven wat het als grote stad met meer dan 200.000 inwoners nodig heeft, kunnen we niet anders dan met elkaar samenwerken. In plaats van elkaar op leven en dood te bestrijden, moeten we onze onderlinge verschillen en onenigheden voorlopig opzij zetten en in gezamenlijkheid de schouders eronder zetten en onze stad en onze inwoners zo ongeschonden mogelijk door de moeilijke jaren loodsen. Er ís geen oppositie en coalitie, er ís geen links en rechts meer. Er is één gezamenlijk stadsbestuur dat in zijn totaliteit verantwoordelijk is voor het zo goed mogelijk besturen van Tilburg. En dat stadsbestuur, dat zijn wij allemaal sámen.
Desalniettemin maakt elke fractie natuurlijk haar eigen afwegingen en politieke keuzes over hoe Tilburg door die moeilijke tijd te loodsen. Wat de SP betreft betekent dit dat we hoe dan ook onze ruimhartige armoedebestrijding overeind houden zoals we die –ook in gezamenlijkheid- eerder met elkaar hebben afgesproken. Iedereen heeft recht om menswaardig mee te doen in de Tilburgse samenleving, niet alleen zij die het kunnen betalen. In de begroting staat een bedrag gereserveerd van €15 mio voor sociale investeringen en dat is heel goed en nodig, gezien de nog grotendeels onvoorspelbare en zelfs onvoorstelbare kosten die de wmo met zich gaat meebrengen. Die wmo gaat over noodzakelijke zorg voor kwetsbare Tilburgers. We vinden dat er koste wat kost altijd geld moet zijn om elke Tilburger die zorg nodig heeft die zorg ook te kunnen bieden. Iedereen heeft recht op zorg! Niet alleen degenen die het kunnen betalen, en niet alleen in goede tijden.
Die zorg kun je én betaalbaar én voor iedereen toegankelijk houden door hem zo kleinschalig en laagdrempelig mogelijk te organiseren. Dat betekent concreet dat je in elke wijk en buurt zoveel mogelijk vormen van basiszorg bij elkaar moet zetten. Daarmee houd je dure bureaucratische instituten en onpersoonlijk grote logge zorginstellingen op afstand en houd je je zorg dichtbij, menselijk, zorgvuldig en betaalbaar. Ook andere basisvoorzieningen in buurten houd je zoveel mogelijk overeind, dat zijn je voorwaarden voor sociale samenhang en voor betrokkenheid van mensen bij hun eigen leefomgeving. Investeringen in basisvoorzieningen zijn maatschappelijk goud waard. De SP wil daarom bijvoorbeeld graag het servicepunt in Udenhout open houden. Uit die pot voor Sociale Reserveringen kunnen we straks ook genoeg adequaat jongeren- en ouderenwerk betalen in wijken waar nu nog veel te weinig voor deze doelgroepen wordt gedaan. Als je investeert in jongeren in bijvoorbeeld de Reeshof, lopen de kosten voor de baten uit, en als je dat niet doet, bespaar je nu geld, maar rijzen straks de maatschappelijke kosten de pan uit, die tegen die tijd een snelkookpan is geworden. Wat dat betreft is het goed dat het college geld reserveert voor het complete vmbo in de Reeshof zodat niet alleen de beter lerende jongeren daar maar ook de kwetsbaardere die het risico lopen tussen de wal en het schip te raken in de eigen wijk passend onderwijs kunnen volgen. En om hen na hun diploma de kans te geven hun eigen brood te verdienen is het goed dat deze begroting investeert in het eigen gemeentelijk werkbedrijf waarmee al is begonnen.
Investeren in zorg en armoedebestrijding, in jongeren, ouderen, kwetsbare mensen, dat kost allemaal veel geld dat we niet allemaal uit die Sociale Reserve kunnen betalen. Het zal ook van elders moeten komen. Dat wij als stadsbestuur dat er nog maar vier maanden zit niet nu allemaal gaan dichttimmeren zodat straks het nieuwe stadsbestuur vier jaar lang geen kant uit kan, lijkt me voor de hand liggen. Maar ik zou namens de SP toch wel wat voorzetten willen doen:
Laten we ons herbezinnen op de grote vage economische fata morgana’s, op de wishful thinking-projecten. In de begroting staat dat de planologische voortgang van projecten niet mag stagneren. Dat lijkt ons een dogma waar we snel vanaf moeten. Wat we recent in Tilburg hebben geconstateerd, is dat er de laatste jaren veel geld en energie is gegaan naar irreële projecten die meer gekost hebben aan materiële en immateriële zaken dan ze hebben opgebracht. Je kunt de ontwikkeling van je stad heel goed op gang houden door realistischer en concreter te plannen en door bijvoorbeeld je ambtelijke organisatie en je bevolking niet te overbelasten met teveel hemelbestormende ambities. Himmelhoch jauchzend en daarna zum Tode betrübt, krijg je dan.
Er wordt hier vandaag al gesproken over bezuinigingen op de ambtelijke organisatie. Als je als stadsbestuur van je inwoners het nodige vraagt, moet je ook in je eigen vlees willen snijden, heet dat. Natuurlijk is dat zo. Laten we daarom kijken, voor zover dat tenminste nog niet is gebeurd, in welke diensten er overlaps zitten en welke efficiënter kunnen gaan werken. Laten we echter tegelijk ook oog houden voor die landelijke overheid die lekker gemakkelijk steeds meer over de gemeentelijke muur mikt zonder boter bij de vis te leveren. Daar moet wel capaciteit voor blijven. Als dat niet gebeurt, heeft dat consequenties voor de dienstverlening aan de Tilburgers.
Waar we met ons allen ook eens serieus over moeten gaan denken, is het afstappen van weer zo’n dogma, nl, dat we persé als Tilburg helemaal onderaan de ranglijst willen staan van gemeentes met de laagste lasten. Met een paar trapjes omhoog op bijvoorbeeld de OZB-ladder valt er letterlijk nog geen mens buitenboord. Hetzelfde geldt voor de parkeertarieven. Tilburgers die een auto kunnen rijden, kunnen best ietsje meer gaan betalen voor het stallen van die auto zonder dat ze meteen failliet gaan. En bovendien is er genoeg openbaar vervoer in de stad.
Nou zijn Tilburgers sociale mensen, zoals ook de nieuwe burgemeester snel zal ervaren. Wij denken dat de meeste Tilburgers echt begrijpen dat een stad in tijden van nood en crisis eerst haar basisvoorzieningen als zorg, welzijn en onderwijshuisvesting financieel moet veiligstellen, en dat je daarvoor als gemeente een beroep moet doen op ieders solidariteit. Maar dan wel draaglast naar draagkracht, zoals dat heet. En als Tilburgers zich solidair tonen, zullen wij als gemeenteraad dat ook moeten doen.
(Niet uitgesproken: Een woord over cultuurprojecten. Kunst en cultuur zijn belangrijk voor de mens: Ze helpen hem om de wereld en het leven te begrijpen. Een groot deel van de Tilburgers doet op de een of andere manier aan cultuur. Het is goed dat deze begroting het cultuurbudget vooral wil besteden aan amateurkunst en aan jonge en/of beginnende kunstenaars die ruimte of podia nodig hebben. Wat ons betreft gaat cultuurgeld vanaf nu voorlopig vooral naar bijvoorbeeld kostuums voor de toneelclub of voor instrumenten voor de lokale fanfare in plaats van naar prestigieuze elitaire kunstprojecten. Hetzelfde geldt voor geld voor sport: Dat moet voorlopig maar eens even vooral ten goede komen aan amateurverenigingen en hun vrijwilligers. Daar ligt de basis van de lokale samenleving, en die basis moeten we, zeker in deze tijd van crisis, zo sterk mogelijk maken. Investeren in de onderste lagen van de stad, want die moeten dat wat er bovenop komt dragen.
Een hot topic is natuurlijk duurzaamheid, wat dat dan ook moge zijn. Voor de SP heeft duurzaamheid te maken met een goede luchtkwaliteit in Tilburg, met energiebesparende maatregelen, met genoeg groen in en om de stad. Er wordt veel gedaan in deze begroting op het gebied van duurzaamheid en dat juicht de SP toe. Maar duurzaamheid heeft ook te maken met een goed binnenklimaat in huizen en scholen, iets waar het nog teveel aan ontbreekt. Het kost veel geld om het binnenklimaat in onze scholen beter te maken en die schoolgebouwen energiezuinig, en het Rijk heeft daar niet genoeg voor over. Laten we onze eigen duurzaamheidsbudgetten daar aan besteden.