h

Meer vrije, niet commerciële plakplekken

10 januari 2012

Meer vrije, niet commerciële plakplekken

Bedrijven hebben veel ruimte in de binnenstad voor hun reclame-uitingen en promotie-activiteiten. Voor burgers en non-profit organisaties zijn er slechts vijf officiële zogenaamde plakplekken. Op andere plaatsen mogen zij geen materiaal aanbrengen. Volgens de SP wordt de ruimte op deze officiële plakplekken gemonopoliseerd door commerciële reclame-uitingen. Daardoor hebben burgers en organisaties geen plaats meer voor hun oproepen, uitnodigingen en mededelingen. De SP vindt het huidige aantal van vijf veel te mager en wil dat de gemeente minimaal 40 niet commerciële plakplekken inricht. Om twee vliegen in één klap te slaan, kunnen die volgens de SP worden beheerd door het Gemeentelijk Werkbedrijf en/of door wijkbewoners. Ook willen de socialisten dat de gemeente optreedt tegen bedrijven die de vrije plakplekken innemen.

Bedrijven hebben veel mogelijkheden voor reclame: Abri’s (bushaltes), TOPhaltereclame (RVS bushalte), Mupi’s, vitrinereclame/billboard, driehoeksborden, lichtmasten, A58-reclamemast, stadsplattegrondkasten, telefooncellen, gemeentelijke reclamevlakken. Maar, zeggen de socialisten, de stad is van en voor alle mensen, niet alleen van bedrijven die geld hebben en willen verdienen. Vrijheid van meningsuiting is volgens de SP, die van meerdere organisaties klachten ontving, een groot goed en het actieve recht van alle burgers. De gemeente is wettelijk verplicht voldoende plakplaatsen te hebben in verband met de vrijheid van meningsuiting. Een veel kleinere stad als Den Bosch heeft er vijftien. Uit jurisprudentie is een norm voor het aantal plakplaatsen vast te stellen: 1 plakplaats per 5.000 inwoners voor een stad met regionale functie is voldoende om burgers in staat te stellen hun recht op vrije meningsuiting uit te kunnen oefenen. Dat komt voor Tilburg neer op 42 plakplaatsen.

De SP-fractie in de gemeenteraad heeft de volgende kritische vragen gesteld aan B&W:
1. Bent u zich ervan bewust dat de vijf plakplekken voor burgers stelselmatig worden ingenomen door bedrijven?
2. Wat bent u van plan daaraan te doen zodat de plakplekken weer bruikbaar zijn voor de bedoelde gebruikers? Gaat u bijvoorbeeld actief handhaven wanneer commerciële bedrijven deze plakplekken gebruiken of laten gebruiken? Zo niet, waarom niet?
3. Vindt u vijf officiële plakplekken voor burgers niet veel te weinig voor een stad met dik meer dan 200.000 inwoners van wie er velen maatschappelijk actief zijn en voor die activiteiten graag aandacht en publiek willen? Zo niet, waarom vindt u dat niet?
4. Wilt u op korte termijn het aantal officiële niet-commerciële plakplekken in de binnenstad vergroten naar een aantal (bijvoorbeeld 42) dat beter past bij een grote stad als Tilburg, en dan ook in alle wijken op een centrale plaats? Zo niet,waarom niet?
5. Bent u bereid om het Gemeentelijk Werkbedrijf in te zetten voor beheer en onderhoud van de plakplekken en zo twee vliegen in één klap te slaan (beheer/onderhoud en reïntegratie-activiteiten voor werkloze Tilburgers)
6. Indien u bang bent voor hoge reinigingskosten, bent u bereid om met wijk- en dorpsraden afspraken te maken over eigen verantwoordelijkheid van burgers voor beheer en onderhoud door wijk- en dorpsbewoners? Zo niet, waarom niet?
7. Waar kunnen burgers en organisaties hun klachten melden wanneer zij hun plakruimte ingenomen vinden door de commercie?
8. Op welke manier gaat u in de praktijk deze klachten afhandelen?

U bent hier