h

Armoedebeleid krijgt extra zetje door – onder anderen - de SP. PvdA sputtert tegen

26 maart 2013

Armoedebeleid krijgt extra zetje door – onder anderen - de SP. PvdA sputtert tegen

In 2012 stelde het college een tijdelijk Ondersteuningsfonds Armoede in om mensen te helpen die door de landelijke bezuinigingen in forse financiële problemen komen.

Bij een evaluatie van dit fonds bleek dat tot nu toe slechts 1/5e deel van het beschikbare geld daadwerkelijk is besteed. De voorwaarden voor geldverstrekking zijn in de praktijk moeilijk toe te passen. Mensen vallen buiten de criteria of weten simpelweg niet dat het fonds bestaat. Ondertussen meldt pater Poels dat er steeds vaker mensen bij hem komen voor financiële noodhulp. Met andere woorden: de nood is er wel, maar de hulpvraag komt niet bij de gemeente terecht omdat de regeltjes en de bureaucratie in de weg zitten.

Wethouder Blaauwbroek wil hier aan werken, maar hikt tegen landelijke beperkingen aan. De gemeente mag van Den Haag niet aan inkomenspolitiek doen. Maar wat nu onder inkomenspolitiek valt en wat niet, blijkt lastig uit te leggen.

SP, Groen Links, CDA en PvT spoorden de wethouder aan om initiatieven zoals dat van pater Poels in te zetten bij armoedebestrijding (commissie Sociale Stijging, 25 maart 2013). We kunnen immers leren van zijn laagdrempelige manier van werken en we kunnen hem inzetten als ‘tussenpersoon’.

Corrie Laming, raadslid SP: “Het is heel simpel. Als we met onze standaard werkwijzen en kanalen de mensen die de hulp nodig hebben, niet weten te vinden, dan moeten we dingen anders gaan doen. En we moeten ons zeker niet te snel neer leggen bij beperkingen die landelijke regels ons opleggen. Waar een wil is, is een weg”.

PvdA sputterde tegen. Ze zijn bang dat de geldkraan te makkelijk wordt open gezet als we regeltjes loslaten. Of zoals ze het zelf zeiden: “We moeten er toch niet aan denken dat iemand die in de bijstand fraudeert, vervolgens ook nog eens financiële hulp uit het Ondersteuningsfonds krijgt”.

De PvdA denkt vanuit wantrouwen, terwijl we toch juist willen werken vanuit vertrouwen in de burgers. We moeten armoedebestrijding niet over- organiseren omdat we bang zijn dat we mensen geld geven die het niet nodig hebben. We moeten armoedebestrijding juist laagdrempelig regelen om te voorkomen dat we mensen die het geld wel nodig hebben, door bureaucratie niet weten te bereiken.

Gelukkig dacht de wethouder wel met deze positieve insteek mee. Hij gaat in gesprek met allerlei mensen in de stad die met armoedebestrijding te maken hebben om zo ideeën op te halen waarmee we ons voordeel kunnen doen. Hoofddoel is het beter bereiken van de mensen die het nodig hebben. De resultaten daarvan bespreekt wethouder Blaauwbroek met de gemeenteraad om vervolgens te verwerken in het nieuwe armoedebeleid dat later dit jaar wordt vastgesteld.

U bent hier