h

SP inbreng in het debat over integratie

7 april 2005

SP inbreng in het debat over integratie

Afgelopen maandag debateerde de raad over het rapport van de Commissie Integratie en Participatie Allochtonen. Hieronder de inbreng in eerste termijn door Paul Huijgen voor de SP.

De SP vindt niet dat het geweldig gaat met de integratie.
Natuurlijk zijn er steeds meer geslaagde allochtonen, maar individueel succes zegt niet alles. In Amerika bijv. is er ook een zwarte elite, maar daarnaast is er een schrijnende segregatie en tweedeling tussen zwart en wit. Het klopt dat op scholen en bedrijven, waar duidelijke regels zijn, er geen echte integratie-problemen bestaan. Maar buiten de poort en de kantine gaat ieder weer zijn eigen weg, en is er weinig gemeenschappelijks: men valt terug op de eigen, vaak gesloten gemeenschap, trouwt niet daarbuiten, doet niet of weinig mee in vrijwilligerswerk of verenigingen, activiteiten buiten schooltijd, buurtorganen enz.

Daarom moet de gemeente met deze nota en dit soort gesprekken, waarin nu eens de mensen zelf aan het woord zijn over integratie, ook de wijk in. Ook over het directe samenleven in Tilburg kan de politiek nog heel wat leren.

Het beleid van de afgelopen jaren, onder het motto “Kleurrijk Tilburg” heeft gefaald: van de 60 projecten zijn er veel niet afgemaakt, ze waren versnipperd, niemand weet wat het allemaal gekost heeft en wat het effect ervan geweest is; daarnaast hebben de allochtone zelforganisaties geen bijdrage aan de integratie geleverd en de algemene maatschappelijke voorzieningen worden veel te weinig door allochtonen gebruikt.

Concreet wil de SP de volgende oplossingen voor verdere integratie inbrengen:

1. programma’s om taalachterstanden weg te werken resp. te voorkomen:

  • Het kunnen spreken van Nederlands is de eerste voorwaarde om in Tilburg mee te kunnen doen;
  • De kwaliteit en resultaten van het taalonderwijs moeten verbeteren, er moeten duidelijke en harde afspraken gehanteerd worden over het eindniveau, er mogen geen wachtlijsten zijn;
  • Taalonderwijs via TV (desnoods via gemeentelijke samenwerking over heel Brabant) moet worden ingeschakeld en gefinancierd, als dat een goede methode blijkt.

2. ook wat betreft wonen en wijken moet er meer balans komen

  • “Tilburg ongedeelde stad” is een mooi principe, maar er zijn in Tilburg wijken waar een zeer hoog percentage allochtonen woont, en er zijn wijken waar zij ontbreken, en dat klopt dus niet;
  • Op basis van informatie, overleg en afspraken moet spreiding gestimuleerd worden;
  • Met de woningbouwcorporaties moet dit ook via woningtoewijzing mogelijk gemaakt worden, witte buurten moeten opengebroken worden door er meer goedkope woningen te bouwen, wijken met veel allochtonen moeten meer kwaliteit krijgen zodat autochtone mensen er niet weg trekken of weer terug komen;
  • De afspraken hierover moeten streefcijfers en niet alleen vrome voornemens bevatten.

3. in het onderwijs: geen witte en zwarte scholen, en uitval tegengaan

  • Er moeten via overleg bindende afspraken komen tussen scholen om witte en zwarte scholen tegen te gaan, over: stimulering gemengde en ontmoediging zwarte scholen, dubbele wacht-lijsten, een spreidingsplan en zonodig gratis scholierenvervoer als middelen;
  • Geen diploma halen betekent: niet integreren - om uitval en het niet afmaken van opleiding tegen te gaan moet er bij schoolverzuim contact met de ouders worden opgenomen, via aan te stellen schoolcontactfunctionarissen.

4. het ontwerpen van een stadsetiquette voor Tilburg

  • Scholen en bedrijven met duidelijke regels zijn goed voor integratie;
  • Daarom moet er gewerkt worden aan een Tilburgse stadsetiquette, een geheel van regels en afspraken die we met elkaar nakomen en handhaven: zo gaan we hier met elkaar om, het Nederlands is omgangstaal, wat heb je nodig om jezelf hier te redden, wat betekent het in Tilburg te wonen, welke maatschappelijke instellingen zijn er en waarvoor, enz.;
  • Politie, huismeesters, stadswachten, wijkcomités, huurderscommissies e.d. hebben hieraan een houvast bij toezicht en bemiddeling.

5. discriminatie in horeca en bij het zoeken naar werk moet verdwijnen

  • In het horeca-convenant en in exploitatievergunningen moet concreet opgenomen worden dat discriminatie leidt tot (boete/sluitings-)maatregelen;
  • Met bedrijven (en zeker met nieuwe vestigingen) worden streefcijfers afgesproken voor in dienst te nemen aantallen allochtonen en met het onderwijs af te spreken stageplaatsen.

En op al deze terreinen en punten

  • Meer begeleiding naar huissituaties, goede voorbeelden naar voren brengen, minder nadruk op en ruimte voor zelforganisaties;
  • Allochtone vrouwen moeten om hun isolement te doorbreken opgezocht worden;
  • B
    ij kinderen met school- of gedragsproblemen moet huisbezoek plaatsvinden om oplossingen draagvlak in het gezin te geven;
  • Geslaagde allochtonen kunnen ingeschakeld worden door scholen, instellingen en bedrijven om integratie en goed burgerschap te stimuleren;
  • Zelforganisaties die geen rol spelen bij integratie dienen niet gesubsidieerd te worden, het gebruik van algemene voorzieningen en instellingen moet regel zijn;
  • Religieuze organisaties mogen niet vanuit het buitenland gefinancierd worden, en in de moskee dient Nederlands de voertaal te zijn.

De SP vindt verder dat volgende zaken wat betreft aanpak aan de orde moeten komen

  • De conclusies en tendens van deze nota moet verder gecheckt worden bij nu overgesla-gen scholen met veel allochtonen als Quirijn en de Rooi Pannen, en in ieder geval op korte termijn met mensen in een aantal wijken doorgesproken worden, door deur aan deur gesprekken, in bijv. de wijken Stokhasselt, Wandelbos, Groenewoud en Oerle;
  • Om niet te vervallen in de fouten van Kleurrijk Tilburg (ondoelmatige, onbecijferde en oncontroleerbare inzet van mensen en geld) moeten er op bovenstaande beleidspunten een aantal meetbare doelen afgesproken worden; bijv. dat over vier jaar het aandeel van allochtonen in de populatie van de Stokhasselt (nu 47,9%) niet gestegen is, en dat daartoe het percentage 0-18 jarigen in die wijk (nu 70, 75%) moet dalen; of: na twee jaar onderwijs in de Nederlandse taal moet men bijv. het “niveau lagere school” halen.

Tenslotte

Over de conclusies uit de statistische gegevens, in paragraaf 4 van het rapport, overgenomen uit het “burgeronderzoek 2004” (waarbij burgers konden reageren over een aantal uitspraken over “integreren: eigen cultuur of vernederlandsen”) heeft de SP wat opmerkingen, die weliswaar niet slaan op onze voorstellen voor nieuw beleid, maar die wel interessant zijn en nodig voor een zuivere discussie over integratie:

Ad. 6.2 (pag. 41) Het kopje “Voorkeur voor meer “vernederlandsen” maar ook goed om van andere culturen te leren” is geen goede samenvatting van de uitkomsten, en mag geen eigen leven als conclusie gaan leiden: op 7 punten geven mensen aan meer aanpassing te willen, op slechts 1 punt dat het goed is van andere culturen te leren.

Ad. idem, (pag. 42) uitsplitsing naar opleiding: het is logisch dat intellectuelen op de vraag f (teveel allochtonen in Tilburg) en g (allochtone buren) anders antwoorden dan laagopgeleiden: zij worden er minder of nauwelijks geconfronteerd / wonen niet in de buurten waar dit speelt.

Ad. idem, uitsplitsing naar leeftijd: het is maar de vraag waar het aan ligt, dat een hoger % van 18-29 jarigen vindt dat het beleid meer rekening moet houden met wensen en behoeften van allochtonen: het kan liggen aan inhoudelijke gronden, maar ook aan grotere/ over-vertegenwoordiging van allochtonen in deze leeftijdscategorie.

Ad. 6.3 (pag. 44) Hier zou ook als conclusie geformuleerd moeten worden, dat er onder de minderheden grote minderheden (op vragen g en k) niet zo positief zijn over het benadrukken van eigen status en cultuur, en dat er veel vaker onder hen meerderheden net als de autochtonen (zij het iets minder in %) de voorkeur geven aan het “vernederlandsen”(bij de vragen b, c, d, e, f, h, i en j).

U bent hier