h

Initiatiefvoorstel buurtparticipatie

28 maart 2006

Initiatiefvoorstel buurtparticipatie

Het aanhoudende debat over het betrekken van burgers bij het bestuur is de belangrijkste aanleiding voor dit initiatiefvoorstel. Het eveneens aanhoudende debat over grijs- en groenonderhoud zorgde voor de invulling van het voorstel.

Doel
Het doel van dit initiatiefvoorstel is een bijdrage te leveren aan de betrokkenheid van burgers bij het bestuur van de stad. Omdat er geen alomvattende oplossingen bestaan moet dit initiatief dan ook uitdrukkelijk gezien worden als slechts één van de dingen die gedaan kunnen en moeten worden. Het doel is tevens om te komen tot een betere prioritering van het grijs- en groenonderhoud in de Tilburgse wijken. Daarnaast is het de expliciete bedoeling van dit voorstel om burgers om concrete en belangrijke punten meer verantwoordelijkheid en macht te geven over hun eigen leefomgeving, de daarbij passende budgetten en verplichting tot verantwoording en tenslotte een beter inzicht in de politieke en bestuurlijke processen waarvan zij wel de consequenties maar zelden de achtergronden te zien krijgen.

Voorstel
Er wordt in Tilburg jaarlijks tientallen miljoenen euro’s uitgegeven aan de aanleg en het onderhoud van ‘grijs en groen’ en de handhaving van de woonomgeving. Voor 2006 staat er zo’n 24 miljoen aan schoonmaken, gebiedsmanagement, verbeteren woonomgeving, beheer groen en recreatie op de begroting, ruim 22 miljoen voor verkeersmaatregelen en ruim 4 miljoen voor handhaving en veiligheid in de woonomgeving. Bijna jaarlijks wordt een voorstel ingediend voor een ‘inhaalslag’ bij het grijs- en groenonderhoud. Burgers klagen veel over de staat van het grijs- en groenonderhoud in hun directe omgeving, maar hebben daar verder weinig merkbare invloed op.

Het college en de gemeenteraad beslissen bij onder anderen de begroting en het stadsprogramma over welke maatregelen wanneer worden uitgevoerd. Niet alleen over de maatregelen zelf, maar ook over de prioritering ervan. In de praktijk daarvan blijken straten te worden opgeknapt waarvan niemand begrijpt wat daar mis mee was, en blijven noodzakelijke reparaties of investeringen juist achterwege. Hetzelfde geldt voor maatregelen op het gebied van handhaving. De afstand tussen de buurt en het stadhuis is in veel gevallen te groot en ook moeilijk op te lossen met louter wijkbezoeken door wethouders of raadsleden.

Het voorstel beoogt beide mankementen (verkeerde beslissingen en beperkte zeggenschap over de woonomgeving) te verhelpen. Hiertoe moet een systeem van directe en actieve buurtparticipatie worden opgezet, waarbij bewoners zeggenschap over hun woonomgeving krijgen en zelf bepalen wat wanneer wordt uitgevoerd of geïnitieerd. De gemeente schept hiervoor de kaders, zowel organisatorisch als inhoudelijk. Buurt- of wijkoverstijgende projecten vallen – voorlopig – buiten dit voorstel. Voor ingrepen of projecten op buurt- en wijkniveau wordt door de gemeente een budget bepaald dat gelijk is aan het budget dat normaal gesproken beschikbaar zou zijn voor deze programma’s. Buurten en wijken stellen in openbare bijeenkomsten hun wensen en prioriteiten vast en kiezen een raad die toeziet op de uitvoering daarvan.

Uitwerking
Er wordt een aantal ‘knippen’ gemaakt in de programma’s (en bijbehorende budgetten) die de gemeentebegroting nu heeft opgesteld voor de aanleg en het onderhoud van ‘grijs en groen’ en de handhaving van de woonomgeving, schoonmaken, gebiedsmanagement, verbeteren woonomgeving, beheer groen en recreatie en handhaving en veiligheid in de woonomgeving. Bepaald moet worden wat de minimale gemeentelijke plicht is die door de gemeente zelf niet kan worden gewijzigd. Bepaald moet worden wat gemeentebrede projecten zijn die niet kunnen worden overgedragen aan enkele buurten of wijken. En bepaald moet worden welke programma-onderdelen en bijbehorende budgetten kunnen worden overgedragen aan de buurtparticipatie.

Er wordt een structuur opgezet voor buurtparticipatie waarin het jaarlijkse proces wordt vormgegeven en de gemeente in buurten en/of wijken wordt verdeeld.

Op een openbare bijeenkomst per buurt of wijk geeft de gemeente toelichting op wat zij ziet als noodzakelijke investeringen. Burgers kunnen vervolgens zelf met hun voorstellen komen, kritiek leveren op voorgestelde ingrepen of programma’s en brainstormen over wat de buurt echt nodig heeft. Het verslag hiervan wordt uitgewerkt tot concrete voorstellen en er wordt een indicatie gegeven van de kosten van elk voorstel.

Op een tweede openbare bijeenkomst per buurt of wijk worden het verslag, de voorstellen en de technische of financiële mogelijkheden daarvan toegelicht. Burgers reageren vervolgens op de voorstellen en geven hun voorkeuren aan. Aan het einde van de bijeenkomst wordt gestemd over de voorstellen en de prioritering. Programma’s kunnen ook over verschillende jaren verdeeld worden.
Tevens kiest de bijeenkomst een of twee vertegenwoordigers die het verdere proces zullen blijven controleren.

Tevens worden op deze bijeenkomst wensen geïnventariseerd die (nu) buiten het programma zijn gebleven over wijk/buurt-overstijgend zijn en ter overweging aan het stadsbestuur meegegeven. Klachten die bij het Centraal Meldpunt, het wijkwerk of de gemeente lopende het jaar binnenkomen en te maken hebben met de leefomgeving worden tevens in het proces meegenomen als inbreng van burgers.

De gemeente maakt per buurt of wijk en in samenspraak met de vertegenwoordigers daarvan een concreet uitgewerkt plan op basis van de beslissingen van de buurtbijeenkomsten. Dit programma wordt uitgevoerd en het hele proces wordt geëvalueerd met de buurtvertegenwoordigers.

Besluit
De gemeenteraad van Tilburg stelt voor aanvang van het zomerreces een gezamenlijke werkgroep in van college- en raadsleden die dit voorstel verder uitwerkt en die hierover rapporteert aan de commissie Modern Bestuur en deze voor de begrotingsbehandeling 2007 een raadsvoorstel voorlegt.

Luister naar de presentatie in de gemeenteraad (mp3)

U bent hier