h

Samenwerking 'Brabantstad' weer een fabeltje

8 februari 2008

Samenwerking 'Brabantstad' weer een fabeltje

Het Tilburgse stadsbestuur en de combinatie van projectontwikkelaars OVG/MDG besluiten in april of mei van dit jaar of ze doorgaan met de plannen voor een shopping mall in Tilburg-Noord. Deze twee partijen zijn echter niet van plan om te wachten op de uitkomsten van de onderzoeken naar de effecten van zo’n mall die de andere grote Brabantse steden (partners van Tilburg in Brabantstad) momenteel laten uitvoeren. Veerle Slegers van de SP stelt hierover vandaag schriftelijke vragen aan Gedeputeerde Staten.

Den Bosch is één van die stedelijke partners die heeft aangegeven grote moeite te hebben met dit besluit en met de handelwijze van het Tilburgse gemeentebestuur om volstrekt eigenmachtig en zonder de gezamenlijke belangen van de G5 af te wegen samen met OVG/MDG een Tilburgse megamall te gaan ontwikkelen. Bovendien is er, zo blijkt uit één van de bijgevoegde krantenartikelen, geen overleg geweest binnen Brabantstad over de Tilburgse plannen, waardoor de andere vier grote gemeenten zich nogal overvallen voelden. De realisatie van deze megamall zal hoe dan ook zowel een ingrijpend effect hebben op de economische ontwikkeling als op de ruimtelijke ordening van Brabant (dus op de leefomgeving in de hele provincie). De manier waarop dit besluit is genomen door Tilburg als partner in Brabantstad maar ook bovengenoemde effecten zullen de onderlinge verstandhouding binnen Brabantstad geen goed doen, om het licht uit te drukken.

Een ander voorbeeld van het gebrek aan samenwerking tussen de partners binnen Brabantstad betreft het afschieten door Tilburg van plannen van Brabantstad voor een kwalitatief hoogwaardige invulling van braakliggend terrein aan de Koopvaardijstraat (onderdeel van het te ontwikkelen Piushavengebied) in Tilburg. Voor het ontbinden van de bestaande koopovereenkomst met Brabantstad moet Tilburg het zogenaamde “positieve contractsbelang” vergoeden, aldus het College van Tilburg. Partijen overleggen nu over de hoogte van deze schadevergoeding. Als daar geen overeenstemming over wordt bereikt, zal de zaak aan een arbiter worden voorgelegd.

En toch lezen we op de website van Brabantstad de volgende doelstelling van dit samenwerkingsverband: “De bestuurlijke samenwerking van de steden Breda, Eindhoven, Helmond, 's Hertogenbosch en Tilburg en de Provincie Noord-Brabant beoogt BrabantStad verder uit te bouwen als groen stedelijk netwerk en Brabant nadrukkelijk op de Europese kaart te zetten als toonaangevende kennis- en innovatieregio. Er wordt samengewerkt op economisch, ruimtelijk, sociaal en cultureel terrein.” Even verderop lezen we: “Ook bij de internationale promotie en acquisitie willen de Brabantse steden samen optrekken.”

Op grond hiervan wil de SP-fractie u de volgende vragen stellen:

1. Bent u het eens met de SP-fractie dat de Tilburgse handelwijze en beslissing rondom de beoogde megamall niet bepaald de communicatie en samenwerking binnen Brabantstad hebben bevorderd?
2. ent u het eens met de SP-fractie dat de ontstane situatie rondom de beoogde Tilburgse megamall en ook het andere genoemde voorbeeld aanleiding moeten zijn voor een serieuze heroverweging door de provincie van het voortbestaan van Brabantstad als overleg- en samenwerkingsorgaan?
3. Wanneer u het niet eens bent met deze constatering van de SP-fractie, hoe denkt u dan in het licht van ondermeer de megamall-situatie op afdoende wijze nut, noodzaak en effectiviteit van Brabantstad aan te kunnen tonen?
4. Hoe hoog is de bijdrage van de provincie aan Brabantstad (en dan niet alleen de bijdrage aan de bestuurlijke organisatie maar ook de daadwerkelijke ontwikkelingsbijdragen aan de diverse projecten binnen Brabantstad)?

U bent hier