h

Paul Huijgen ontvangt koninklijke onderscheiding

20 mei 2008

Paul Huijgen ontvangt koninklijke onderscheiding

Tijdens de raadsvergadering van 19 mei ontving Paul Huijgen uit handen van burgemeester Vreeman een koninklijke onderscheiding. Hij werd benoemd tot Lid in de Orde van de Oranje-Nassau vanwege zijn verdiensten in de politiek en muziek. Huigen was 24 jaar raadslid, 6 jaar in Hilversum en 18 jaar in Tilburg. Huijgen droeg het lintje op aan zijn familie en aan alle vrijwilligers waarmee hij in de loop der jaren heeft samengewerkt.

Paul ontvangt lintje

Paul Huijgen nam gisterenavond afscheid van het raadswerk om als wethouder plaats te kunnen nemen in het college. Voordat hij plaats nam in de collegebankjes sprak hij de aanwezigen voor de laatste keer als raadslid toe:

24 Jaar raadslid, daar hou je niet zomaar mee op. Ik heb sterke aandrang om wat te zeggen tot andere raadsleden. En aan de mensen voor wie ik hier zat. Het is niet niks om dit 24 jaar te hebben mogen doen voor mijn club en de mensen – als dank dat ik
* hun volksvertegenwoordiger heb mogen zijn, en ik dank
* met wie ik in & buiten de raad heb samengewerkt en actie gevoerd
* en voor wat we bereikt hebben; ook dat Johan en ik straks hier als wethouder zitten.

Iedereen die hier zit en hier werkt, en velen in de stad weten dat ik uitermate kritisch over politiek kan zijn, zelfs cynisch en gallisch. Nog steeds. En soms blijf ik daar in beetje hangen, maar vandaag niet. U krijgt dus nu voor deze gelegenheid een enthousiast succesverhaal.

Ruim twee jaar geleden presenteerde ik mijn boek “Al is de helft maar waar …”. In de inleiding schreef ik: het zijn geen memoires, Tilburg en de raad is nog niet van deze SP-er af. Dat blijft waar natuurlijk, maar ik heb het toch eens een keer een beetje mis gehad. Tragisch bijeffect van het wethouder worden is namelijk, dat ik niet met jullie, onze afdeling, achterban e.a. mensen mijn 25-jarig jubileum als raadslid – 6 jaar in Hilversum, 19 jaar hier - kan vieren. Maar misschien komt dat nog eens een keer, als ik op mijn oude dag nog eens ergens een nieuwe afdeling ga beginnen of versterken. En dan zijn ze alvast gewaarschuwd, want in alle afdelingen waar ik lid en actief was en heel wat voetstappen heb liggen, zitten we nu in het College: Nijmegen, Hilversum (waar ik met Bets Beltman de afdeling opgezet heb) en nu Tilburg.

Toen ik hier in 1990 naast Tiny Kox in de raad kwam, gaf hij mij een dringend advies: je mag alles overhoop halen, overal tegenaan schoppen, al je wilde ideeën droppen, maar twee dingen mag je niet bekritiseren: het Tilburgs model is ons redelijk heilig, en Jan Timmermans is een goede wethouder. Daar heb ik me ook aan gehouden. Verder heb ik het op allerlei manieren over bijna alle onderwerpen gehad. Soms kort, omdat je als kleine fractie niet overal een mening hoefde te hebben of uiten. Soms alleen over waar we anders dachten en wilden. Soms en graag ging ik – vooral over wonen en over cultuur - ook voor een inhoudelijk debat, stevig en (dus) lang. Ook w.b. dit laatste aspect ben ik nl. een beetje gehandicapt: ik heb (als godsdienstleraar) in het onderwijs gezeten, en daar werd mij geleerd dat ik net zo lang moest doorgaan met uitleggen, tot iedereen het begreep …

Ik heb het altijd graag gedaan. Ik heb altijd voor gemeenteraadswerk en de afdeling gekozen, wel op landelijke en provinciale lijsten gestaan, maar de politiek met een hoofdletter nooit geambieerd - omdat je als raadslid het duidelijkst weet voor wie je het doet en naar mensen toe kunt. Ik vind ook dat je als volksvertegenwoordiger niet alleen moet gaan voor de inhoudelijkheid en de lange termijn, maar ook voor de ideeën en zorgen van de mensen; dat moet voor politiek een uitgangspunt zijn, de grenzen van wat (niet) kan kom je vanzelf tegen, die hoef je niet op te zoeken. Je zorgt voor draagvlak door naar mensen, buurten, instellingen te luisteren, goede ideeën op te doen, door echte inspraak, en door in de raad niet op voorhand voorstellen van andere partijen of de oppositie af te wijzen. Je werkt dan aan vertrouwen in de politiek, en dat is heel hard nodig. Ik heb vaak fulltime aan deze belangrijke missie mogen werken. En ook al wordt het kader voor de missie anders, deze uitgangspunten blijven.

Over missie gesproken (tot slot): mijn moeder zei eens over mijn politieke inzet: vroeger wou je naar de missie, en je bent bij de SP terecht gekomen, en voor mij is dat bijna hetzelfde. Dat klopt ! Dat is iets van mij, maar zeker ook van alle mensen die mij geïnspireerd en geholpen hebben: ik noem geen namen, want het zijn er velen: de diverse thuisfronten, de mensen op het stadhuis, de mensen met wie ik muziek maakte, voor wie ik muziek organiseerde of van wie ik muziek hoorde (balsem voor de ziel én uitlaatklep), en vooral de mensen in de stad, de kiezers, de SP afdeling, de fractie en de actievoerders – graag gedaan, de hulde is aan jullie !

U bent hier