h

Essent: Wir haben es gewusst!

8 februari 2009

Essent: Wir haben es gewusst!

De voorgenomen verkoop van energiebedrijf Essent aan het Duitse RWE stond op het programma van het Milieucafé van 5 februari in muziekcafé Paradox. SP-fractievoorzitter Veerle Slegers was columnist van de dag en plaatste serieuze kanttekeningen bij de verkoopplannen: Het streven van Tilburg naar een duurzame samenleving past niet bij de uitverkoop van onze energieproductie- en leverantie aan de grootste vervuiler van Europa.

Rokende RWE schoorstenen

De Duitsers komen! En ze willen ons aan hun gas!

De schrik sloeg begin januari veel Brabanders om het hart toen bekend werd dat de Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk AG oftewel RWE de Nederlandse energieproducent Essent wil gaan opkopen.

Wir haben es gewusst! Dat krijg je ervan als je de levering van basisbehoeften als energie liberaliseert en marktafhankelijk maakt, als je je stroombedrijven splitst en uitlevert aan aandeelhouders met Euro-tekens in hun ogen. Dan komen de Duitsers, niet om fietsen te jatten of om in de laatste minuut van Nederland te winnen met voetballen maar om het Nederlandse netwerk te bezetten met vuil gas.

Niks ten nadele van de oosterburen overigens: Mijn oma, Agnes Kant en Karl Marx komen er vandaan en ze hebben er lekker Bier und Bretzeln. Maar ze hebben er ook zeer vervuilende kolencentrales op steenkool- en bruinkool, waaronder enkele oudere die helemáál smerig zijn en die RWE weigert af te breken. En een ander deel van de RWE-energie wordt opgewekt in kerncentrales, die ook nog steeds niet veilig en duurzaam kunnen produceren.

Waarom doet Essent dit nou? En waarom gaat het grootste deel van de Nederlandse politiek erin mee? Nou gewoon: Omdat ze allemaal, ondanks het uiteenspatten van de bancaire zeepbel en ondanks de hordes om staatssteun bedelende bedrijven nog steeds denken dat big beautiful is en dat de markt alles beter kan dan de overheid. Én omdat ze zich allemaal rijk rekenen. De Boersma’s, de provinciebestuurders, de burgemeesters en wethouders van de gemeentes met Essent-aandelen: Allemaal denken ze dat ze bakken geld kunnen verdienen om er hun politieke stokpaardjes mee te berijden. De rechterflank van het politieke spectrum droomt over aanleg van nieuwe infrastructuur, links fantaseert over financiering van maatregelen ter bevordering van een duurzame samenleving nota bene, je hoort zelfs hier en daar een wethouder nog net niet hardop mijmeren over de mogelijkheid om met de Essent-opbrengst zijn sociaal beleid te betalen waar hij van Den Haag niet genoeg geld voor krijgt.

Begrijpelijk, zo’n mijmering? Jawel. Maar ondertussen wordt het publieke belang van een gegarandeerde, betaalbare en schone energievoorziening voor iedereen uitverkocht. Want terwijl de bestuurders straks goeie sier maken met hun prestigeprojecten, gaat de energierekening van de inwoners van hun gemeentes en provincie nog verder omhoog. En vervuilt in plaats van verduurzaamt hun leefomgeving.

Want het is een inconvenient truth: Ook al is in de energiepolitiek in Nederland de doelstelling geformuleerd om het energiegebruik af te remmen en meer gebruik te maken van milieuvriendelijke bronnen, door de liberalisering van met name de stroomvoorziening komen deze doelstellingen zwaar onder druk te staan:

  • Privatisering leidt er toe dat producenten meer belang hebben bij een hoger energiegebruik
  • Privatisering kan er toe leiden dat er minder geïnvesteerd wordt in energiebesparende technieken
  • Steeds meer wordt uitgeweken naar de vaak minder milieuvriendelijke productie in het buitenland, zo blijkt uit de praktijk.
  • Met de inkoop uit het buitenland worden de aanvoerlijnen verlengd, wat leidt tot meer transportverliezen.
  • Door beperking van de reservecapaciteit kan meer milieuschadeoptreden, bijvoorbeeld als bij warm weer in centrales het koelwater boven de 30 graden komt.
  • Private producenten neigen tot bezuinigingen op onderhoud en het langer in dienst houden van centrales. Minder snel zullen milieuvriendelijker eenheden worden ingevoerd.

En het klopt: Volgens een berekening van het Energiecentrum Nederland is het stroomgebruik in Nederland door de toegenomen import ‘vuiler’ geworden.

Kortom: Niet alleen het grote publiek maar ook de provinciale en gemeentebestuurders schrokken in 2006 mét Al Gore van die ongemakkelijke levensbedreigende waarheid van het smelten van de ijskappen en de toenemende overstromingen. En de ene buitelde over de andere heen bij het bedenken van maatregelen om zijn gemeente klimaatneutraal te maken. Het toenmalige college in Tilburg trok zomaar ineens €16 miljoen uit voor duurzaamheid, nota bene zonder eerst uit te leggen wat dan wel werd verstaan onder duurzaamheid. Maar dezelfde partijen (op eentje na) die daar toen verantwoordelijk voor waren, staan nu op het punt om in te stemmen met de verkoop van het grootste energiebedrijf van Nederland aan de grootste vervuiler van Europa.

Geen staalbedrijf of ander energieconcern komt ook maar in de buurt van de hoeveelheid broeikasgas die het Duitse RWE jaarlijks ophoest. De Duitse kolencentrales van RWE gebruiken in hoofdzaak bruinkool als grondstof. Dat is nog vervuilender dan steenkool. In Nederland bouwt RWE op dit moment een grote kolencentrale in de Eemshaven in Groningen. Alternatieve, schonere vormen van energie zijn voor RWE nou niet bepaald prioriteit. ‘Ze proberen alle vormen van duurzame energie te weren. Het duurzaamheidsbeleid is tegen wil en dank’, zegt Gert-Jan Huisman, de Nederlandse bestuursvoorzitter van het Duitse Centrotec, een beursgenoteerd bedrijf actief in duurzame energie.

Huisman heeft zich groen en geel geërgerd aan het lobbygedrag van de koper van Essent. ‘RWE heeft altijd gelobbyd tegen de solarbranche. Ze zijn verplicht zonnestroom in het net op te nemen, maar dat gaat in de praktijk nooit van harte. Het zou te duur zijn. Ook windenergie hebben ze lang geprobeerd te blokkeren met technische argumenten. De aanpassing van het stroomnet zou astronomische bedragen verslinden. Allemaal onzin gebleken.’

Ook bij politici heeft het gedram van RWE-baas Jürgen Grossman tot irritatie geleid. Tijdens de laatste EU-klimaattop maakte hij het zo bont dat de Duitse milieuminister Gabriel het nodig vond Grossman publiekelijk terecht te wijzen. Hij zei dat RWE veel te veel druk heeft geprobeerd uit te oefenen om strengere klimaatnormen te verhinderen. En dan hebben we het nog niet eens over de veroordeling van RWE-bestuurders wegens omkoping van politici.

Natuurlijk leidt het gedrag van RWE tot maatschappelijk verzet, bijvoorbeeld bij Greenpeace en bij het Wereld NatuurFonds dat de samenwerking met Essent heeft stopgezet. Eind 2007 kwam ook de bevolking van de Duitse deelstaat Saarland in verzet tegen de bouw van een grote kolencentrale. Dankzij een referendum kwam de centrale er niet. Om het verzet te breken waarschuwde RWE voor de gevolgen: als er geen nieuwe centrales bijgebouwd worden zal de stroomvoorziening in gevaar komen, zei het bedrijf. Terwijl Duitsland meer stroom opwekt dan het gebruikt en daarom nu exporteur is van energie.

Milieudefensie en Greenpeace zijn dezelfde mening toegedaan. Stichting Natuur en Milieu zegt dat er tussen RWE en Essent niet zoveel verschil is. Volgens directeur Mirjam de Rijk scoort Essent iets beter op duurzaamheid dan RWE maar zijn beide partijen dol op kolencentrales. ‘Wij maken er vooral bezwaar tegen dat de overheid zijn greep verliest op de energieproductie. Dat is een groot verlies.’ En daarin heeft de Rijk groot gelijk. Recente gebeurtenissen tonen het gevaar aan van energieproductie en leverantie in particuliere handen: Het oppermachtige Russische Gazprom kreeg van de Oekraïne niet de vraagprijs betaald voor het gas dat werd geleverd en prompt zaten de inwoners van de Oekraïne middenin de winter wekenlang zonder gas. Andere Centraal-Europese landen leden mee.

Essent, RWE en de provinciebesturen verzekeren ons dat dit soort wildwest-toestanden in Nederland niet zal gebeuren. Net zoals de besturen van de provincies Utrecht en Noord-Holland en de gemeentes Amsterdam en Utrecht tien jaar geleden hun inwoners verzekerden dat zij niet slechter af zouden zijn door de verkoop van het energiebedrijf Una aan het Amerikaanse Reliant (dat Engels is voor “betrouwbaar”). Het bidbook waarin de verschillende aanbiedingen werden vergeleken, was opgesteld door de Amerikaanse zakenbank Merrill Lynch. Na de overname van Una door Reliant werden veel personeelsleden pijlsnel ontslagen omdat Reliant bikkelhard het mes zette in alles wat geld kostte. Er werd geen cent geïnvesteerd. De 250megawatt-centrale Lage Weide bij Utrecht veranderde in een onbemand bedrijf waarvan de besturing gebeurde vanuit een nabijgelegen Reliant-centrale aan de andere kant van het Amsterdam-Rijnkanaal. Na twee jaar verkocht Reliant Una aan Nuon. En Merrill Lynch, zo weten we inmiddels, ging als één van de eersten ten onder aan de kredietcrisis.

Maar toch blijven de meeste bestuurders geloven in die markt. De hele publieke sector is inmiddels sinds de paarse kabinetten geliberaliseerd en we zien allemaal wat dat oplevert: De kwaliteit van het openbaar vervoer is sterk achteruitgegaan. Voormalige nutsbedrijven concurreren elkaar dood over de ruggen van hun werknemers en klanten. Mensen die zorg nodig hebben, worden uitgekleed door iedere dag een andere onderbetaalde en rechteloze thuishulp. Onze kinderen zijn op hun mega-schoolfabrieken geen leerlingen meer maar klanten. Banken en bedrijven die zich eerst hebben verrijkt ten koste van de samenleving komen nu hun handje ophouden bij de staat. De werkeloosheid groeit en het wantrouwen van burgers tegenover de politiek eveneens. En toch, toch staan wethouders en gedeputeerden wéér te trappelen van ongeduld, ditmaal om Essent en ook Nuon te verkopen. Ook in Tilburg, ondanks de mooie definitie van duurzaamheid die inmiddels dan toch in elk geval wel is bedacht.

Op de website van de gemeente is te lezen:
“Duurzaamheid betekent dat we zorgvuldig omgaan met de aarde zonder onherstelbare schade aan te richten. Zo kunnen toekomstige generaties ook van deze rijkdommen genieten. (…) Duurzaamheid heeft niet alleen te maken met het klimaat of met het uitsterven van bepaalde dieren of planten. Ook mensen en ondernemers hebben ermee te maken.”
Ik zou daar aan toe willen voegen: “Duurzaamheid gaat ook over de toegang van álle mensen tot de natuurlijke hulpbronnen die zij nodig hebben om te kunnen leven. Duurzaamheid gaat dus ook over gemeenschappelijkheid en solidariteit. En over een overheid die deze solidariteit moet organiseren.”

Daarom wil ik besluiten met het volgende: Essent is nuts! Laten we daarom instemmen met de verkoop van Essent. Maar dan wel aan de staat!

En namens mezelf, de SP en alle Tilburgers die voor betaalbare, betrouwbare en duurzame energie zijn, verklaar ik het stroombedrijf Essent hierbij tot Publiek Bezit!

Veerle Slegers
5 februari 2009

Ze zijn Nuts

U bent hier