h

Betalen voor je afval

24 januari 2010

Betalen voor je afval

Binnenkort loopt het contract af dat de gemeente heeft voor het ophalen en verwerken van ons huisafval. Dat is het moment om na te gaan denken over wat we met ons afval in de toekomst gaan doen. Afval is niet alleen maar meuk, maar ook grondstof. Dat weten we als Tilburgers al lang. We scheiden immers al tijden kleding, papier, GFT, klein chemisch afval en glas van de rest van ons afval. Sinds kort zijn we in Tilburg ook bezig met een proef met het inzamelen van plastics.

Dit materiaal wordt allemaal opnieuw gebruikt of op een verantwoorde manier verwerkt.
De gemeente Tilburg heeft zich tot doel gesteld om in 2035 een “afvalloze” stad te zijn. Dat wil zeggen dat we, stapsgewijs, ons afval steeds meer gescheiden moeten gaan aanbieden en dat we steeds minder restafval (meuk) gaan aanbieden.
Afval

Een manier om dit doel te halen is DIFTAR (gedifferentieerd tarief). DIFTAR betekent dat je per keer dat je je bak buiten zet om hem leeg te laten maken betaalt en niet meer alleen een vast bedrag per jaar. Als je je bak dus minder vaak aan de straat zet betaal je minder en je bak raakt minder snel vol als je herbruikbaar afval apart aanbiedt. Zoals we nu dus al doen met glas, papier, vodden, GFT, klein chemisch afval en plastics.

Dit klinkt allemaal erg mooi; Geen restafval meer, alleen maar “grondstoffen”. En voor de burger en de stad, een afvalverwerkingssysteem wat veel goedkoper, misschien zelfs wel winstgevend is. Er zitten echter nogal wat haken en ogen aan DIFTAR. Het is dan ook niet voor niets dat dit onderwerp nu al drie maal besproken is in de commissie Fysiek, dat er meerdere voorlichtingsbijeenkomsten zijn geweest en dat de gemeenteraad nog geen besluit genomen heeft. Het staat nu op de agenda voor de gemeenteraadsvergadering van 1 februari en het is nog helemaal niet zeker of dan besloten wordt DIFTAR in te voeren èn in welke vorm.

Als raadsleden zichzelf gaan informeren buiten de door ambtenaren met zorg samengestelde stukken en de door het college verstrekte informatie om, dan hoor je ook heel andere geluiden dan dat DIFTAR de oplossing is voor onze afvalverwerking. Ook spreken verschillende onderzoeken en ervaringen elkaar tegen. Zo had men in Zutphen 20% minder opruimkosten voor zwerfafval na invoering van DIFTAR, terwijl men in Venray 5X meer tijd nodig had om de zwerfafvalexplosie na invoering van DIFTAR te lijf te gaan.

Zo is het invoeren alleen al van DIFTAR erg duur. In Zoetermeer was men er in 2002 16 miljoen aan kwijt. Denk alleen maar aan het feit dat er nieuwe vuilniswagens en kliko’s moeten komen. Terwijl deze nog lang niet zijn versleten. Maar de nieuwe kliko’s moeten ook voorzien worden van chips en er moet een computersysteem komen om te registreren wie wat moet betalen. Denk dan ook eens aan het feit dat er bij alle hoogbouwwoningen ondergrondse papierinzamelpunten aangelegd moeten worden.

Bij een onderzoek naar de Tilburgse situatie ziet men slechts een “mogelijkheid” van besparing voor de burger als deze echt alles op alles zet om te scheiden. Is de burger niet in staat, of neemt hij niet de tijd, om goed te scheiden dan wordt hij gestraft met een grotere rekening. Men verwacht dan ook dat de burger meer gaat betalen aan afvalstoffenheffing. Wethouder Moorman wil de burger in zijn portemonnaie pakken als hij stout is. Volgens de SP is dat niet de manier om de mensen te motiveren om op een goede manier met afval en het milieu om te gaan. Echte motivatie komt voort uit kennis. Dus goede voorlichting is belangrijk. Dat zal ervoor zorgen dat de Tilburgers weten waarom scheiden belangrijk is en zal hen aanzetten het te doen.

Daarnaast is er onvoldoende vergelijkingsmateriaal in Nederland voor Tilburg als het gaat om het afvalaanbod na invoering van DIFTAR. Alleen Apeldoorn is een stad die DIFTAR ingevoerd heeft en vergelijkbaar is met Tilburg. Als je niet goed weet wat het afvalaanbod gaat worden dan kan je ook niet goed bepalen wat DIFTAR gaat opleveren of kosten in geld en milieueffecten.
60% van de Apeldoorners vindt DIFTAR een goed systeem. Dat is wel weliswaar een meerderheid, maar je kan dat ook interpreteren als een mager zesje voor DIFTAR.

DIFTAR bestaat al sinds 1992 in Nederland. Nu heeft 35% van de gemeenten DIFTAR. Dat is nog altijd een grote minderheid. Als DIFTAR zo’n fantastisch systeem is waarom hebben dan niet meer gemeenten DIFTAR ingevoerd?
Wethouder Moorman weet te melden dat de gemeenten die DIFTAR ingevoerd hebben dit niet terugdraaien. Natuurlijk niet! Als je eerst stevig hebt moeten investeren in DIFTAR ga je dat niet zomaar terugdraaien. Dat zou een grote kapitaalsvernietiging zijn; nog eens nieuwe vuilniswagens aanschaffen.

Er zijn nog andere technieken om afval te scheiden. Tot nu toe en met DIFTAR gebruiken we voorscheiding. We scheiden de verschillende afvalsoorten voordat we ze aan de weg zetten. Er bestaat ook nascheiding. Bij nascheiding gooien we alles op een hoop en zoeken het daarna uit. De laatste jaren is er veel vooruitgang geboekt met de techniek van nascheiding. Er zijn geluiden dat nascheiding over een paar jaar goedkoper en effectiever kan zijn dan voorscheiding. Als je je dan realiseert dat invoeren van DIFTAR tussen de drie en vijf jaar duurt, kan het dus zijn dat we, als we nu besluiten om DIFTAR in te voeren, straks met een te duur en niet optimaal werkend afvalverwerkingssysteem in onze maag zitten.

Verder kan niet herbruikbaar restafval gebruikt worden om, via verbranding, energie op te wekken. Bij het bestuderen van deze afvalverwerkingstechniek moet natuurlijk wel de mogelijke belasting van het milieu meegenomen worden.

Een veel gehoord argument voor DIFTAR is; “De vervuiler betaalt”. Dat is niet waar als het gaat om DIFTAR. De industrie, de grootwinkelbedrijven en de middenstand zijn producenten van een heel groot deel van het afval. Als je je plastics scheidt van het overige afval, dan kan je zien dat dat vrijwel alleen verpakkingsmateriaal is en dat het in zulke enorme hoeveelheden in je afval zit dat het restafvalvak van je kliko veel leger blijft dan voorheen. De producenten en de verkopers van consumptiegoederen zijn verantwoordelijk voor een groot deel van het afval wat de burger aanbiedt. Het is echter, bij DIFTAR, wel de burger die voor dat afval betaalt. De beste manier van afvalverwerking blijft het voorkomen van afval. Dus als de vervuiler moet betalen zouden bedrijven een afvalstoffenboekhouding bij moeten gaan houden en op basis daarvan aangeslagen moeten worden.

Zoals gezegd, dit blijft een ingewikkeld probleem. De belangen van milieu, gezondheid, de beurs van de burger en die van de gemeente gaan dan weer gelijk op en zijn dan weer tegengesteld aan elkaar.
Volgens wethouder Moorman is invoering van DIFTAR de enige manier om de vastgelegde milieudoelstellingen te halen.
Is het niet mogelijk om met een relatief lage investering voorscheiding te intensiveren. Zodat dit over een aantal jaren naast, de dan verbeterde, nascheiding kan bestaan? Als we dit pad kiezen dan halen we de voorgenomen doelstellingen niet op het afgesproken moment. Maar is het zo erg dat dat dan een paar jaar later is?

Programma SP 2010 - 2014: Hoofdstuk milieu

U bent hier