Censuur burgemeester onwettig en onacceptabel
Censuur burgemeester onwettig en onacceptabel
Interim-burgemeester Opstelten meent dat hij in zijn hoedanigheid als voorzitter van de raad het recht heeft om raadsvragen tegen te houden. Als er aanleiding toe is, zou de raadsgriffie volgens de burgemeester dit met hem kunnen kortsluiten en kan hij als voorzitter van de raad een standpunt daarover bepalen. Pas als de vragen door hem geaccordeerd zijn, worden ze doorgeleid naar het college en kan de fractie ze desgewenst naar buiten brengen. De SP-fractie vindt dat de burgemeester zich hier een recht probeert toe te eigenen dat hem niet toekomt en houdt onverkort vast aan het recht van raadsleden om vragen te stellen en dat ook in alle openbaarheid te doen.
De SP-fractie begrijpt dat het tot de taken van de voorzitter van de raad behoort om toe te zien op een zorgvuldige gang van zaken. Maar volgens de socialisten treedt de raadsvoorzitter hier in een recht dat hem gewoonweg niet toekomt. De SP-fractie zal elke vorm van keuring van haar vragen door de burgemeester naast zich neerleggen en eisen dat schriftelijke vragen altijd worden doorgeleid naar het college.
Fractievoorzitter Veerle Slegers roept andere fracties op hetzelfde te doen: 'Een burgemeester kan en mag geen vragen van democratisch gemandateerde volksvertegenwoordigers tegenhouden, ook niet als voorzitter van de raad'. Slegers wijst op artikel 155 lid 1 van de gemeentewet en op artikel 47 van het Reglement van Orde van de Tilburgse gemeenteraad, waarin het recht tot het stellen van vragen door de raad beschreven staat. 'Het college kan hooguit besluiten de vragen niet te beantwoorden, als kan worden onderbouwd dat een openbaar belang in het geding is (art. 169 gemeentewet)'.
De SP vindt dat elke fractie het recht heeft om zelf de zorgvuldige afweging te maken om gestelde vragen aan de pers te melden.
- Zie ook:
- Openbaar bestuur