h

Sanering vervuilde bodem voormalig Voltterrein moet grondiger

25 augustus 2010

Sanering vervuilde bodem voormalig Voltterrein moet grondiger

De gemeente Tilburg heeft het grondsaneringsplan van Philips goedgekeurd voor het ernstig vervuilde Voltterrein naast de IFF aan de Zevenheuvelenweg op industrieterrein Kraaiven. Het plan houdt in dat de vervuiling in de grond blijft zitten maar dat er maatregelen in de bodem worden getroffen om verdere verspreiding te voorkomen. Volgens de SP-fractie in de Tilburgse gemeenteraad is dit pappen en nathouden en stelt het college hiermee een veel te lichte eis aan Philips voor de sanering van ongeveer zes miljoen kuub in de jaren zestig en zeventig ernstig met ondermeer oplossingsmiddelen vervuilde grond onder het voormalige Voltterrein en aangrenzende percelen. De SP wil ook weten wat de gevolgen zijn van het saneringsplan voor de drinkwaterkwaliteit, de volksgezondheid en voor de bedrijfsvoering van de overige ondernemingen op Kraaiven en daarbuiten.

Behalve ernstige bodemvervuiling is er op het voormalige Voltterrein ook sprake van een kleine bovengrondverontreiniging die doorsijpelt naar de bodem. De Wet Bodembescherming maakt het mogelijk dat in het saneringsplan van Philips de vervuiling niet wordt opgelost maar slechts ingedamd zodat die zich niet verder kan verspreiden. Buurbedrijf IFF dat schoon grondwater nodig heeft voor zijn productie is bang voor het weliswaar beperkte risico van verspreiding van de vervuiling en heeft bij de Raad van State bezwaar gemaakt tegen het saneringsplan en de goedkeuring ervan door de gemeente. Ook andere bedrijven op industrieterrein Kraaiven maken zich zorgen. Volgens SP-fractieleidster Veerle Slegers is de verontreiniging zo ernstig dat de gemeente strengere eisen moet stellen en Philips verplichten de vervuiling de komende jaren niet alleen in te dammen maar ook te verminderen.

Slegers wijst ook op de precedentwerking die kan uitgaan van de ruimte die de gemeentelijke interpretatie van de Wet Bodembescherming biedt aan andere eigenaren van sterk vervuilde terreinen: “Wat doet de gemeente in zulke gevallen? Ook dan de eigenaar toestaan alleen beheersmaatregelen te nemen in plaats van actief de verontreiniging tegen te gaan? Wat betekent dat voor de kwaliteit van het leefmilieu in Tilburg?” Daarnaast betwijfelen de socialisten of de gemeente de deskundigheid en de personele capaciteit heeft om de sanering door Philips langdurig actief te monitoren, wat haar wettelijke plicht is: “Zeker nu het college het voornemen heeft om 20% te bezuinigen op de ambtelijke organisatie kun je je afvragen of het gemeentelijk toezicht op de sanering en de Tilburgse bodemkwaliteit wel zo goed is geregeld”, zegt Slegers.

Tilburg is vorig jaar uitgeroepen tot meest klimaatvriendelijke gemeente van Nederland omdat er zoveel gebeurt op het gebied van duurzaamheid. “Zo’n eretitel is een wassen neus als je als college toestaat dat een groot kapitaalkrachtig bedrijf als Philips relatief gemakkelijk afkomt van zijn verplichting om de vervuiling aan te pakken die een mogelijke bedreiging is voor bodem- en waterkwaliteit in een aanzienlijk gebied in Tilburg. “En dan hebben we het nog niet eens over de economische schade die andere Tilburgse bedrijven lijden waaraan –overigens terecht- wél zware milieu-eisen worden gesteld en die soms fors investeren om hun bedrijfsvoering duurzamer te maken”.

Hieronder de schriftelijke vragen die de SP-fractie aan het college heeft gesteld:

De gemeente heeft het grondsaneringsplan van Philips goedgekeurd voor het ernstig vervuilde Voltterrein naast de IFF aan de Zevenheuvelenweg. Het plan houdt in dat de vervuiling in de grond blijft zitten maar dat er maatregelen in de bodem worden getroffen om verdere verspreiding te voorkomen. Dat lijkt niet meer dan een minimale eis voor sanering van ongeveer zes miljoen kuub in de jaren zestig en zeventig ernstig met ondermeer oplossingsmiddelen vervuilde grond onder het voormalige Voltterrein en aangrenzende percelen. Ook is hier sprake van een kleine bovengrondverontreiniging die doorsijpelt naar de bodem. De Wet Bodembescherming biedt ruimte voor deze minimale eis.

Buurman IFF (die diep grondwater gebruikt voor zijn productie) heeft de zaak aanhangig gemaakt bij de Raad van State omdat volgens het bedrijf de invulling door de gemeente van de wet net onder de minimum norm ligt. Volgens de Wet Bodembescherming moet de vervuilde grond na maximaal 30 jaar de oorspronkelijke gebruikstoepassing terugkrijgen zoals in het bestemmingsplan is vastgelegd. Daarnaast mag de verontreiniging zich niet verspreiden. Volgens de IFF en bodemadviesbureau Arcadis biedt de interpretatie van de Wet Bodembescherming door Philips en de gemeente te weinig garanties voor bescherming van het grondwater: Door het saneringsplan blijft er namelijk een kans, ook al is die klein, dat de verontreinigende vlek in de bodem zich uitbreidt. Arcadis heeft gesteld dat het saneringsplan van Philips te open, te vaag en te voorwaardelijk is. Bovendien is het wettelijk verplichte terugvalscenario dat Philips moest opstellen te onduidelijk. Ook adviesbureau Oranjewoud heeft dit eerder aangegeven.

Op grond van deze informatie heeft de SP-fractie de volgende vragen aan het college:

1. Waarom moet Philips de vervuilde grond niet gewoon helemaal saneren of, wanneer dat een onhaalbare optie is, dan tenminste een plan opstellen waarin de vervuiling van de grond vermindert in plaats van dezelfde omvang te houden met een risico van verspreiding?

2. Zijn het saneringsplan van Philips en uw goedkeuring ervan niet slechts een beleid van pappen en nathouden, met alle risico’s van dien?

3. Welke gevolgen heeft de soepelere interpretatie door de gemeente van de Wet Bodembescherming voor de risico’s voor verontreiniging van het grondwater in de bodem van industrieterrein Kraaiven en daarbuiten? Volgens deskundigen van Arcadis en Oranjewoud blijft met het door de gemeente goedgekeurde saneringsplan van Philips de kans bestaan, ook al is het in beperkte mate, dat de kleilaag om het grondwater door specifieke omstandigheden toch niet 100% bescherming blijft bieden en de verontreinigingsvlek dan door die kleilaag heendringt, met ernstige vervuiling van de duurzame drinkwaterkwaliteit tot gevolg. Maakt de ruimte die u Philips gunt met zijn saneringsplan de kans op verontreiniging niet groter volgens u?

4. Ook uw goedkeuring van het minimale saneringsplan van Philips houdt een langdurige actieve monitoring door de gemeente in. Bent u bereid en vooral ook in staat om, zoals de Wet Bodembescherming voorschrijft, de structurele bemonstering en andere controlemaatregelen van de sanering van de vervuilde Voltbodem uit te voeren qua formatiecapaciteit en expertise, ook gedurende een langere periode van meerdere decennia? Kunt u in het licht van de bezuinigingen op de gemeentelijke ambtelijke capaciteit garanderen dat deze actieve controle volledig zal blijven plaatsvinden en zo ja, hoe dan?

5. Heeft uw soepelheid jegens Philips een precedentwerking? M.a.w.: Kunnen in andere mogelijke gevallen van ernstige bodemverontreiniging in Tilburg de eigenaren van de verontreinigde bodem volstaan met een minimaal saneringsplan zoals dat van Philips voor het voormalige Voltterrein? Zo ja, wat heeft dit voor gevolgen voor het grondwater, voor de volksgezondheid in Tilburg en voor de bedrijfsvoering van andere ondernemingen op of nabij het betreffende vervuilde bodemperceel?

6. Heeft u hierover overleg gehad met en advies gehad van milieudeskundigen en betrokken ondernemers? Zo ja, hoe luidden hun adviezen en hebt u die serieus meegewogen? Zo niet, waarom niet?

7. Bent u zich ervan bewust dat aangrenzende of nabijgelegen bedrijven grote nadelen dreigen te ondervinden van het feit dat Philips van de gemeente Tilburg de vervuilde grond niet verder hoeft te saneren dan nu met het door u goedgekeurde plan gaat gebeuren? Het betekent voor hen immers minimaal een fikse waardevermindering in geval van verkoop van hun bedrijf of (delen van) hun grond. Daarnaast zijn meerdere bedrijven momenteel bezig met het treffen van duurzaamheidsmaatregelen zoals warmte- en koudeopslag, activiteiten die vanwege de klimaatcrisis en de Tilburgse klimaat- en duurzaamheidsambities zijn toe te juichen. Deze worden behoorlijk bemoeilijkt door de minimale eisen die de gemeente nu aan Philips stelt voor de sanering van de bodem van het Voltterrein.

8. Tilburg was volgens de regionale Milieufederaties het afgelopen jaar de meest klimaatvriendelijke gemeente van Nederland doordat er zulke goede duurzaamheidsmaatregelen worden genomen. Staat uw soepele interpretatie van de Wet Bodembescherming niet haaks op uw ambities om deze eer van Tilburg hoog te houden?

9. Zouden vanwege de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor volksgezondheid en milieu in Tilburg (én vanwege het noodzakelijke eerlijke economische ‘level playing field”) niet álle Tilburgse bedrijven even stringent moeten worden beoordeeld op het voldoen aan de milieuwetgeving?

10. Kunt u zich voorstellen dat andere bedrijven die ofwel vrijwillig ofwel gedwongen door wettelijke regelgeving de afgelopen jaren veel geld en middelen hebben besteed aan het voldoen aan de steeds zwaarder wordende milieu- en duurzaamheidseisen nu met een scheef oog kijken naar Philips en naar de gemeente die met twee maten lijkt te meten?

11. Waarom kan Philips rekenen op een minder stringente behandeling inzake de milieu-eisen dan andere bedrijven in Tilburg?

U bent hier