h

Cultuur in Tilburg: rozenschijn en manegeur

30 augustus 2011

Cultuur in Tilburg: rozenschijn en manegeur

'Voor het opstellen van de nieuwe cultuurnota heeft het college voor de verandering eens goed naar het SP-verkiezingsprogramma gekeken. Letterlijk staat erin: meer geld naar mensen in plaats van naar stenen, het stimuleren van jonge makers uit de stad en meer nadruk op cultuurparticipatie en cultuureducatie. Da’s mooi'. Het is echter niet allemaal rozengeur en maneschijn, volgens SP cultuurwoordvoerder Ron Antens.

Er is nog genoeg te wensen over. Dat wij niet de enige zijn die dat vinden, blijkt wel uit het opiniestuk van Incubate-voorman Joost Heijthuisen afgelopen zaterdag in het Brabants Dagblad.

De stad als podium is op zich zeker geen verkeerd uitgangspunt en biedt een hoop mogelijkheden. Wel is het zaak dat we dan in het oog houden dat veel zaken buiten kunst en cultuur hierop afgestemd worden en dat vergunningen en andere bepalingen geen belemmering vormen voor zowel makers als publiek. Als we als Tilburg bij de top 10 willen blijven horen, dan zullen we hogere ambities moeten stellen dan het duurzaam op niveau houden van ons cultuuraanbod en het vergroten van de cultuurparticipatie. Stilstand is immers achteruitgang. Ook is niet duidelijk wat er met andere initiatieven gaat gebeuren die bijvoorbeeld van onderaf komen en ook voldoen aan alle hoofdlijnen en doelen. Het college blijft hier vaag over, zeker in het licht van alle cultuurbezuinigingen om ons heen. Hier zou wat meer ambitie wenselijk zijn.

Voordat we op ons belangrijkste punt komen, eerst wat andere opmerkingen in het algemeen.
Wat betreft de podia bekruipt ons het gevoel dat “de stad als podium” geen artistieke visie op zich is maar een alternatief om de bezuinigingen op de podia op te vangen. We willen de wethouder dan ook oproepen om alsnog te kijken naar dit doel maar dan als artistieke visie en om dit concreter te maken. De SP vindt het jammer dat in het werkplan niks is terug te vinden over het cultureel erfgoed in de Spoorzone. Nadat de BIS-instellingen (de culturele ‘basisinfrastructuur’) al uit het plan zijn gehaald, zou nu de conclusie kunnen zijn dat ook de aandacht voor het industriële erfgoed in de Spoorzone naar de achtergrond wordt verwezen. Dus niet alleen de aandacht voor het ontstaan van de kunstrichting de STIJL in dat gebied, waar de SP al vaker gewezen heeft maar ook de oude industriële gebouwen en historie van dat gebied.

En dan de bibliotheek. Alle aandacht naar de toekomst en de digitalisering. Sommige partijen uit het college willen zelfs zo ver gaan dat er nog maar een vestiging is (Spoorzone) en dat de rest op een server gezet kan worden. Wij pleiten uiteraard voor het in stand houden van diverse kleinere vestigingen in de wijken waar jong en oud gewoon terecht kunnen voor verhalen op papier.

Onze belangrijkste kritiek betreft de cultuureducatie en amateurkunst. Men gaat er vanuit dat de rol van verenigingen steeds kleiner wordt en dat jongeren alleen maar als individuen deelnemen aan korte projecten binnen de Urban Culture. Dat veel initiatieven voor die projecten juist vanuit de verenigingen komen, is blijkbaar niet doorgedrongen en ook het feit dat de interesse van veel jongeren veel verder voert dan Urban Culture is onbekend in het plan. Verder worden met name instellingen uit de jongerencultuur genoemd als partner voor dergelijke projecten. Hier ontbreken dan wel zo’n beetje alle kunstopleidingen van Fontys en dat is opvallend. Wellicht is het een willekeurig rijtje en is het toeval. Maar de SP zou graag zien dat deze centra van talentontwikkeling met name genoemd worden.

Het is dan overigens wel te hopen dat er genoeg talent van onderop komt dat ontwikkeld kan worden. Tot op heden kende de stad een prima aanvoer van talent naar de kunstopleidingen. Maar het lijkt er nu op dat er een kink in de kabel komt als we niet oppassen. Voor de SP is het werkelijk onbegrijpelijk dat in het werkplan wordt gesproken van het profijtbeginsel vanaf 12 jaar. Dat er in de cultuureducatie vanaf een bepaald moment dit beginsel wordt toegepast snappen wij zelfs, maar om dit vanaf de leeftijd van 12 te doen is werkelijk te gek voor woorden. Alsof dat nog niet erg genoeg is wordt daar nog aan toegevoegd dat het gesubsidieerde muziekonderwijs van 9 jaar wordt teruggebracht naar 4 jaar. Als wij allen amateurkunst en cultuureducatie zo belangrijk vinden, waarom slaan we dan de bodem uit onder de opleiding van onze toekomstige Paul van Kemenade, TRASH-dansers, Zuidelijk Toneel-acteurs, Madelonnen van der Poel en Jacquelines Govaert? Als je niet draagkrachtig genoeg bent maar wel talent hebt, kun je het dus wel schudden. Fysiek kun je vaak niet eerder dan op tienjarige leeftijd beginnen. Dan ben je veertien en is de subsidie dus afgelopen: als je ouders het niet kunnen betalen houdt dus je talent op!!

Wat bovendien vaak vergeten wordt is de groep die via deze weg kennis heeft gemaakt met Kunst en Cultuur. Dat vormt het trouwste publiek bij alle producties en voorstellingen die in de stad te zien zijn. Zij zijn ook diegenen die bereid zijn om de rest van hun leven de kaartjes en toegangsprijzen te betalen daarvoor. Ons pleidooi is kraakhelder. Door op deze manier om te gaan met het profijtbeginsel en gesubsidieerd kunstonderwijs snijden we onszelf niet in de vingers, maar amputeren we zowat de helft van de ledematen.

Tot slot: voor bepaalde partijen is het voldoende dat Tilburg een mooi aanbod kent van volkscultuur. De kermis, Carnaval met zijn kruikenconcert, Festival van het Levenslied en de Meimarkt zijn een bron van vermaak voor veel Tilburgers. Voor de SP moet het daar niet bij blijven. Niet voor niks kent onze stad festivals en instellingen waarvan Tilburgers de eerste bezoekers en/of oprichters waren. Denk aan Mundial, Incubate en Roadburn. En laten we De Pont, 013 en Paradox niet vergeten. We moeten Tilburgse kunstenaars (en hun liefhebbers) blijven steunen en faciliteren als zij van onderop weer met mooie initiatieven komen.

U bent hier